Het Beeld-snyders Kunst-kabinet

RKD STUDIES

2.4 Reproductie en vervalsing

Al rond 1700 werden sculpturen van Francis van Bossuit door afgieten gereproduceerd. Hiervoor werden reeds replica’s in pleister vermeld uit de inventarissen van Petronella de la Court (1707) en Willem Backer (1731), en de dertien rond 1700 voor Pieter de la Court van der Voort in metaal afgegoten sculpturen die voorkomen in de inventaris van zijn zoon Allard (1731).1 Theuerkauff (1975) vermeldt bovendien in zijn catalogus onder nr. 54 een houten gietvorm voor een Venus Marina [1], een mengvorm van Galathea en een spiegelbeeldige Venus met Cupido [2-3] . Dit beeld is niet te identificeren met een van De la Courts afgietsels.2 Mogelijk was het een model voor, of repliek van een bronzen of loden beeld voor een kleine fontein.3

1
Anoniem Netherlands (hist. region) 18de eeuw waarschijnlijk naar Francis van Bossuit
Venus en Amor, 18de eeuw
Berlijn (stad, Duitsland), Skulpturensammlung (Staatliche Museen zu Berlin), inv./cat.nr. 3/61


2
Matthijs Pool naar Barend Graat naar Francis van Bossuit
Galatea (pl. XLV)
Den Haag, RKD – Netherlands Institute for Art History

3
Matthijs Pool naar Barend Graat naar Francis van Bossuit
Venus en Amor (pl. LVIII)
Den Haag, RKD – Netherlands Institute for Art History


De verschillende versies van een aantal halffiguren door Van Bossuit doen vermoeden, dat deze populair waren bij kunstenaars en verzamelaars. Navolgingen door anderen bevestigen dit; Judith met het hoofd van Holofernes fungeerde bijvoorbeeld als inspiratiebron voor variaties in ivoor [4-6] door Permosers assistent Paul Heermann (1673-1732) en is daarnaast gekopieerd in aardewerk en porselein.4

4
Paul Heermann naar Francis van Bossuit
Judith met het hoofd van Holofernes (Judith 8-16)
Würzburg, kunsthandel Kunsthandel Albrecht Neuhaus

5
Paul Heermann naar Francis van Bossuit
Judith met het hoofd van Holofernes (Judith 8-16)
Schwerin, Staatliches Museum Schwerin

6
Paul Heermann naar Francis van Bossuit
Judith met het hoofd van Holofernes (Judith 8-16)
Straatsburg, Musée de l’Œuvre Notre-Dame


Het is de vraag waarom met name de halffiguren Judith met het hoofd van Holofernes [7], David met het hoofd van Goliath [8], Cleopatra [9] en Lucretia [10] zo populair waren. Malcolm Baker meent dat deze Italiaans geïnspireerde halffiguren van Van Bossuit een nieuwe, tot de verbeelding sprekende combinatie van erotiek en gewelddadige dood vormden. 5 Cleopatra bijvoorbeeld stond bekend als verleidster die op spectaculaire wijze zelfmoord pleegde, Judith wist met haar charmes tot de tent van Holofernes door te dringen om vervolgens zijn hoofd af te hakken en Lucretia maakte na de verkrachting door Tarquinius een eind aan haar leven.


7
Francis van Bossuit
Judith met het hoofd van Holofernes (Judith 8-16), ca. 1680-1692
München, Bayerisches Nationalmuseum, inv./cat.nr. 69/41

8
Francis van Bossuit
David met het hoofd van Goliath, ca. 1680-1692
München, Bayerisches Nationalmuseum, inv./cat.nr. 69/40


9
Francis van Bossuit
Cleopatra met de adder, ca. 1680-1692
Wiesbaden, particuliere collectie Georg Lackner

10
Francis van Bossuit
De zelfmoord van Lucretia, ca. 1680-1690
Jutphaas, particuliere collectie Justine Jeannette Gertrude (jonkvrouw) Rutgers van Rozenburg


Naast eigenhandige replieken en onmiskenbare kopieën zijn er nog ivoren waarvan de eigenhandigheid onzeker is, zoals het reliëf Apollo en Daphne (identiek aan prent XXVI, waar Matthijs Pool zelf de voortekening voor vervaardigde [10-11]), dat in ieder geval volgens Marguerite Devigne (1925) geen eigenhandig werk is. Eerder lijkt het te zijn gemaakt door een leerling of navolger; ook de gestreepte achtergrond wijkt af van de voor Van Bossuit typische gestippelde invulling.6 Mogelijk is dit reliëf vervaardigd door Jan Ebbelaer, over wie in veilingcatalogi is vermeld dat hij sculpturen van Van Bossuit heeft ‘opgemaakt’.7


11
Matthijs Pool naar toegeschreven aan Jan Ebbelaer
Apollo en Daphne (pl. XXVI)
Den Haag, RKD – Netherlands Institute for Art History

12
toegeschreven aan Jan Ebbelaer
Apollo en Daphne
Braunschweig, Herzog Anton Ulrich-Museum, inv./cat.nr. nr. 223 (inv. 1798: nr. 413)


Volgens Theuerkauff (1975) zijn ook de prenten in het Beeld-snyders Kunst-kabinet zelf in later eeuwen een bron voor navolging in ivoor geweest, hij noemt als voorbeelden een Judith met het hoofd van Holofernes [13] en een Nimf geschaakt door drie saters [14].8


13
Anoniem Netherlands (hist. region) eind 17de of begin 18de eeuw naar Francis van Bossuit
Judith met het hoofd van Holofernes (Judith 8-16), eind 17de of begin 18de eeuw
Londen (Engeland), Victoria and Albert Museum, inv./cat.nr. W 52-1925 (Walpole Cabinet)

14
Anoniem 18de eeuw? naar Francis van Bossuit
Drie saters ontvoeren een nimf, 18de eeuw?
Amiens, Musée de Picardie


Notes

1 Van ieder van de dertien afgietsels zouden slechts drie exemplaren ‘in de weereld’ zijn.

2 Th. H. Lunsingh Scheurleer; C.W. Fock, A.J. van Dissel, Het Rapenburg. Geschiedenis van een Leidse gracht, 10 delen, Leiden 1986-1992; dl. VIa (1992), p. 463.

3 Schriftelijke mededeling Chr. Theuerkauff, 2013.

4 M. Baker, ‘The ivory multiplied: small-scale sculpture and its reproductions in the Eighteenth Century’, in: A. Hughes en E. Ranfft, Sculpture and Its Reproductions, Londen 1997, p. 61-78, p. 69 en 71. Zie ook de in § 1.1 besproken ivoren Judith met het hoofd van Holofernes die in 1711 voorkwam op de Formen-lijst van de Dresdense Böttgersteinfabriek (mogelijk identiek is aan het exemplaar in Edinburgh).

5 M. Baker, ‘Francis van Bossuit, Böttger stoneware and the Judith Reliefs’, in: R. Kahsnitz en P. Volk (red.), Skulptur in Süddeutschland. Festschrift für Alfred Schädler, München 1998, p. 281-294, p. 292.

6 M. Devigne, ‘François Bossuit and Ignaz Elhafen’, The Burlington Magazine 47 (1925), nr. 268, p. 46.

7 Zie § 1.1, noot 2.

8 Judith met het hoofd van Holofernes: Chr. Theuerkauff, 'Zu Francis van Bossuit (1635-1692), "beeldsnyder in yvoor"', Wallraf-Richartz-Jahrbuch 37 (1975), p. 119-182, p. 179, nr. 49, als: ontstaan in de late zeventiende of vroege achttiende eeuw, mogelijk op basis van prent XCI in het Beeld-snyders Kunst-kabinet. Volgens Baker 1998, op. cit. (noot 5), p. 281-294 echter gebaseerd op Van Bossuits ivoor in Edinburgh; Nimf geschaakt door drie saters: Theuerkauff 1975, p. 180, nr. 53, als: negentiende-eeuwse kopie naar prent XLIII.

Cookies disclaimer

While surfing the internet, your preferences are remembered by cookies. Cookies are small text files placed on a pc, tablet or cell phone each time you open a webpage. Cookies are used to improve your user experience by anonymously monitoring web visits. By browsing this website, you agree to the placement of cookies.
I agree